De Flora- en faunawet bij sloop en renovatie
Bouwnieuws | Door Anja Koning, Loo Plan
Geplaatst: 17-06-2014
 Beeld: Loo Plan Meestal worden beschermde dier en plantensoorten aangetroffen in bijzondere milieus en in natuurgebieden. Maar een aantal beschermde diersoorten is juist gebonden aan huizen en gebouwen in de stedelijke omgeving. Dit artikel gaat in op de Flora-en faunawet bij sloop en renovatie.
Bij sloop en renovatie van woningen zijn vaak de volgende soorten in geding:
- Huismus
- Gierzwaluw
- Verschillende soorten vleermuizen
Maar men moet ook rekening gehouden met:
- Steenmarters (vooral in noorden en oosten van land, maar de soort is bezig met een flinke opmars en kan op een groot aantal plaatsen in Nederland aangetroffen worden.)
- Kerk- en steenuilen
Voor vogels geldt dat de nesten beschermd zijn tijdens het broedseizoen. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals de huismus en gierzwaluw. Deze soorten zijn het hele jaar beschermd. Ook de vaste verblijfplaats, bijvoorbeeld het nest, is beschermd. Alle werkzaamheden die (kunnen) leiden tot verstoring of vernieling (dus ook van de vaste verblijfplaats zonder dat de vogel aanwezig is) zijn bij wet verboden.
In de praktijk zijn het vooral werkzaamheden aan dak, dakgoot, schoorsteen en voegwerk die verstorend kunnen werken. Vergeet ook het (na-)isoleren van de spouw niet, vaak hebben vleermuizen hier hun verblijfplaats. Dat bij sloop verstoring kan optreden spreekt voor zich. Maar ook onderhoudswerkzaamheden als schilderen met steigers en doorwerkdoek kan dieren hinderen om hun verblijfplaats te bereiken.
Nieuwbouw
Ook bij nieuwbouw is de Flora-en faunawet van toepassing. Op een open terrein kunnen beschermde plantensoorten aanwezig zijn, een sloot dempen heeft gevolgen voor de dieren die erin leven en ook in bomen kunnen, naast broedende vogels, vleermuizen aanwezig zijn.
Gedragscode in de bouw
Met de Gedragscode Flora & Fauna van Bouwend Nederland en NEPROM kan tijd en geld worden bespaard. Bedrijven die aantoonbaar op basis van de code werken genieten immers een vrijstelling van bepaalde verbodsbepalingen van de Flora- en Faunawet. Hierdoor ontstaat vooraf wettelijk geborgde duidelijkheid over de te volgen werkwijze als sprake is van door de wet beschermde soorten.
Vrijwel alle activiteiten van bouwondernemers vallen binnen het domein van de ‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’. Deze gedragscode heeft alleen betrekking op het domein van de ‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’ en geldt niet als een vrijstelling voor werkzaamheden in andere domeinen. Niet alle beschermde soorten worden gedekt door de gedragscode. Soorten uit de zogenoemde tabel 3, waaronder alle vleermuissoorten vallen buiten de scope van de gedragscode. Voor deze soorten moet te allen tijde een ontheffing worden aangevraagd. De gedragscode is wel een hulpmiddel voor het soepel verkrijgen van een ontheffing voor deze categorie soorten waarvoor een ontheffing verplicht blijft. Dit komt omdat de in de gedragscode beschreven methoden vaak ook voldoende zorgvuldigheid voor zwaarder beschermde soorten met zich meebrengen.
Conclusie
Binnen de vastgestelde richtlijnen van de Flora-en faunawet en de duidelijkheid die een gedragscode biedt, blijft er maatwerk aanwezig. De Flora-en faunawet maakt werken niet onmogelijk, maar vraagt vaak om een nauwkeurige planning, zowel van de voorbereiding als van de uitvoering van het werk.
Dit is het tweede van vier artikelen geschreven door Anja Koning van Loo Plan. In de artikelen komen de Flora- en faunawet, sloop en renovatie, tijdsplanning en fasering en nieuwbouw en innovaties aan bod.
Meer informatie
www.looplan.nl
Overig Bouwnieuws
|