Verdienen we nog wat?
Columns | Door Jan-Paul Schop
Geplaatst: 13-07-2021
 Het gaat goed in de bouw. Na wat lichte vraaguitval in het begin van de coronacrisis zijn de orderportefeuilles meer dan goed gevuld. Alleen zal deze constatering bij menig hoofdaannemer niet tot een hosannastemming leiden. Immers, zij worden geconfronteerd met forse prijsstijgingen van grondstoffen. En ook de onderaannemers, die vaak 76 procent van het werk doen, schroeven hun prijzen flink op. Niet zelden zijn deze bedrijven ook actief voor consumenten en die laten al een tijdje het geld rollen als het gaat om het laten verbouwen van hun huis. Resultaat hiervan zijn overvolle agenda’s en prijzen die de pan uitstijgen.
Deze situatie zorgt bij de hoofdaannemer voor de nodige zorgen. Als eerste zijn er de gevolgen van corona op het productieproces van materialen. In sommige landen is de productie door corona flink afgeschaald. Dit veroorzaakt niet alleen een flinke prijsstijging maar zorgt ook voor een vertraagde levering. Gaf in januari nog 24 procent van de geënqueteerden in de Bouw Monitor aan vertraging van bouwprojecten te verwachten door verlate leveringen, nu is dat al gestegen tot 62 procent. Met andere woorden, er zijn nogal wat projecten die niet op tijd zullen worden opgeleverd.
Maar vooral de forse prijsstijgingen van grondstoffen, materialen en arbeid zullen voor de nodige hoofdbrekens zorgen. De vraag of er nog wel wat wordt verdiend is dan ook echt wel op z’n plaats. In een sector waarin de marges toch al klein zijn, is dit alles best een zorgelijke situatie. Ik ga hier natuurlijk niet ‘eigen schuld, dikke bult’, roepen, maar dit alles had men natuurlijk wel kunnen voorzien. Het is nu eenmaal een gegeven dat in een herstellende economie de prijzen sterk stijgen.
Helaas blinkt de bouw niet uit in het in de gaten houden van economische ontwikkelingen om daar vervolgens slim op te anticiperen. Integendeel zelfs. In veel gevallen laat men zich simpelweg overvallen door de waan van de dag. De industrie doet dat bijvoorbeeld veel beter. De verfindustrie bijvoorbeeld analyseert de markt, voorziet op basis daarvan prijsschommelingen en verdisconteert dat in de prijzen. De automotivesector heeft het vorig jaar door corona erg slecht gehad. Nu het einde van de crisis in zicht is, neemt de vraag naar nieuwe auto’s langzaam maar zeker weer toe. Die aantrekkende makt zorgt voor een stijging van de staalprijzen die echter al in de prijs van de auto is verwerkt.
Nu weet ik ook wel dat, wanneer je als hoofdaannemer de marktontwikkelingen op de voet volgt en dit als beste in je aanneemsom verwerkt, je dan wellicht ook gelijk de duurste bieding hebt. En in een markt waar nog steeds de goedkoopste bieding geldt, betekent dit dus geen opdracht. Die vicieuze cirkel moeten we toch echt zien te doorbreken. Daarvoor moet er in contracten bijvoorbeeld een clausule rond grondstofprijzen komen. Dat zowel de stijging als de daling na afloop van een project worden berekend. Uiteraard moet dit branchebreed worden doorgevoerd. Opdrachtgevers zullen misschien nog wat koudwatervrees hebben omdat de uiteindelijke investering vooraf niet voor honderd procent vaststaat. Opdrachtgevers moeten echter beseffen dat ze er niet bij gebaat zijn als aannemers hun projecten met verlies moeten realiseren. Uiteindelijk gaat dat toch ten koste van de kwaliteit. En dan zitten we pas echt op een hellend vlak.
Jan-Paul Schop
Managing Director USP Marketing Consultancy
USP Marketing Consultancy is een toonaangevend marktonderzoeksbureau voor de bouwsector, de installatiesector, de doe-het-zelfsector en de woonsector.
Overig Columns
|